“Ik vond het een hele eer toen ik in juni als president-elect werd gekozen. Daarnaast was het ook wel even slikken, omdat ik wist dat er veel op mij af zou komen”, Unna Danner is net terug van het jaarlijkse internationale congres over eetstoornissen van de Academy for Eating Disorders, ICED 2024 in New York. Op het congres was ze dit keer niet alleen als deelnemer, maar ook als de aanstaande opvolger van de president aanwezig. Een bijzondere benoeming voor een Europeaan in een Amerikaans georiënteerde organisatie.
Unna is coördinator wetenschappelijk onderzoek voor de onderzoekslijn Eetstoornissen van Altrecht, senior-onderzoeker bij Altrecht Eetstoornissen Rintveld en docent bij de afdeling Klinische psychologie van de Universiteit Utrecht. Ook zit ze sinds zes jaar in het bestuur van de Academy for Eating Disorders (AED).
De AED wil preventie, educatie, behandeling en onderzoek op het gebied van eetstoornissen verder brengen. Dit doen ze door onder andere psychiaters, psychologen, academische onderzoekers, studenten en ervaringsdeskundigen met elkaar in contact te brengen, zodat zij kunnen samenwerken en op de hoogte blijven van ontwikkelingen in onderzoek.
Blik naar buiten
Als president wil Unna komend jaar graag meer de blik naar buiten richten. Mede door de gevolgen van de pandemie was de organisatie meer intern ingericht. Dit pakte goed uit. Nu wil de AED met trainingen en webinars voor leden en niet-leden het internationale kennisnetwerk rond eetstoornissen versterken. Unna heeft als ambitie het congres binnen enkele jaren naar Nederland te halen, omdat zij ziet hoeveel meerwaarde een (fysiek) congres heeft. Ook wordt op die manier de band met het Europese deel van de organisatie versterkt.
Geloof in ontmoeting
“Op het ICED ben je met ongeveer 1100 professionals op het gebied van eetstoornissen samen. Het is geweldig hoeveel energie en kennis er dan samenkomt. Ik geloof heel sterk in de kracht van ontmoeting. Juist de combinatie van onderzoek en praktijk biedt veel kansen, en daar heeft Rintveld in het verleden al goed van kunnen profiteren.” Deze editie was er een sterk programma met vier inspirerende plenaire sessies en een heel goed openingspraatje door onderzoeker David Clark”, vertelt Unna.
Moeilijke onderwerpen niet geschuwd
Het viel Unna op dat moeilijke onderwerpen dit jaar niet geschuwd werden. Zo was er een sessie over hoe je ernstig- en langdurig zieke cliënten zo goed mogelijk kunt begeleiden. Daarin kwam ook de laatste fase ter sprake waarin iemand kan komen te overlijden. Zeker in Amerika een heel gevoelig onderwerp. Unna: “Mooi en goed dat dit toch besproken werd en dat er ruimte was voor verschillende perspectieven. Het gaat vaak om jonge vrouwen en dan wil je als behandelaar alles uit de kast halen om iemand te redden. Maar je moet je ogen niet sluiten voor de werkelijkheid en soms kijken wat er naast de eetstoornis wel nog mogelijk is. In heel zeldzame gevallen moet je soms een naderend overlijden accepteren en samen bedenken hoe je dit zo waardig mogelijk kan ondersteunen.”
Meten = weten
Van onderzoeker David Clark hoorde Unna hoe belangrijk het verzamelen van data is om te meten of een behandeling ook echt werkt. “Je kunt iets verzinnen, maar werkt het ook echt? Ik geloof als onderzoeker heel sterk in data- en daarmee informatieverzameling en denk dat dit enorm belangrijk is om je beleid mee te informeren. Ook liet Clark zien hoe belangrijk training is en liet hij met een indrukkend en uniek project in de UK zien hoe voordelig een dergelijke investering is op economisch vlak. Training en dataverzameling doen er echt toe!”
Een heel ander thema was de sessie over de sociaal-culturele invloed op eetstoornissen. Zo wordt er soms gedacht dat dit probleem in sommige gemeenschappen nauwelijks voorkomt. Uit deze sessie werd duidelijk dat er niet altijd de juiste vragen worden gesteld en het belangrijk is om ook op sociaal-cultureel vlak aan te sluiten bij de gemeenschap waar het om gaat. Zo bleek dat op een afgelegen eiland vrouwen met kruiden experimenteren om af te vallen, maar omdat niemand daar naar vroeg, leken eetstoornissen bijna niet voor te komen.
Actueel onderwerp: Ozempic
Ook was er aandacht voor het actuele onderwerp van het diabetesmedicijn Ozempic dat tegenwoordig ook gebruikt wordt om af te vallen. “Natuurlijk kan dit eetstoornissen in de hand werken, maar het werd ook duidelijk dat het niet alleen maar negatief is. Zo kan het eetbuien helpen bestrijden en helpt het wellicht bij het reduceren van obesitas. Al is er nog weinig bekend op de langere termijn. In de eetstoorniswereld is terecht veel weerstand tegen het gebruik van dit type medicijnen en dat snap ik heel goed. Maar het was goed dat er nuances te horen waren en dat de discussie werd opgezocht.”
Unna kijkt terug op een waardevol congres.“Na het congres zat ik nog aan tafel met allerlei Amerikaanse organisaties die zich richten op eetstoornissen. Daar spraken twee moeders die een dochter verloren zijn aan een eetstoornis. Zij zetten zich nu vol in om andere ouders van kinderen met een eetstoornis te helpen. Dat maakt altijd veel indruk en dan weet je weer waar je het allemaal voor doet.”