Over een week, op 20 september promoveert Saskia Knapen, tot voor kort werkzaam als psychiater bij Ambit, aan de faculteit Geneeskunde van het Amsterdam UMC om 11.45 uur in de aula van de VU (De Boelelaan 1105, Amsterdam). Haar promotieonderzoek gaat over Epistemisch Vertrouwen. De promovenda voerde haar onderzoek uit binnen het Altrecht Academisch Angstcentrum (AAA) en AMBIT (adaptive mentalization based integrative treatment).
Er zijn lange wachtlijsten in Nederland voor behandeling in de GGZ. Het niet afmaken of profiteren van behandeling leidt tot hoge maatschappelijke kosten. Het is daarom belangrijk al voorafgaand aan een behandeling zo goed mogelijk vast te stellen wie het beste profiteren van welke (intensiteit van) behandeling.
Wat is Epistemisch Vertrouwen?
Epistemisch vertrouwen is het vermogen om overgebrachte kennis als betrouwbaar, relevant en generaliseerbaar te kunnen beschouwen. Het wordt verondersteld nauw verbonden te zijn met gehechtheid en reflecterend vermogen (mentaliseren). Negatieve ervaringen in de kindertijd leiden niet alleen tot onveilige gehechtheid en verminderd reflecterend vermogen, maar ook tot een wantrouwende houding ten opzichte van informatie van anderen. Op die manier kan je niet goed leren van je sociale context, waardoor je minder veerkrachtig bent en een hoger risico loopt op het ontwikkelen van psychopathologie, vooral persoonlijkheidspathologie.
Naarmate je minder open kan staan voor informatie van anderen, kan je ook minder goed profiteren van behandeling omdat je je ook daarvoor niet durft open te stellen. In dat geval is eerst behandeling gericht op het openen van (epistemisch) vertrouwen geïndiceerd en zullen protocollaire behandelingen minder effectief zijn.
Gedrag in nieuw licht zien
Het concept Epistemisch Vertrouwen zou een goede voorspeller kunnen zijn in welke mate iemand openstaat voor behandeling en kan mogelijk behulpzaam zijn bij indicatiestelling voor behandeling. Daarnaast kan Epistemisch Vertrouwen een beter begrip geven van moeilijk te begrijpen gedrag, zowel van individuen als in de samenleving. Denk aan geloof in complottheorieën en nepnieuws, en aarzeling over vaccins. Saskia: “Gedrag in een nieuw licht zien helpt om anders te reageren, waardoor we effectievere benaderingen ontwikkelen die veerkracht en herstel bevorderen en helpen bij het opbouwen van vertrouwensrelaties.”
Doel van het onderzoek = concept verduidelijken
“Hoewel de theorie van Epistemisch Vertrouwen klinisch erg relevant wordt beschouwd en breed wordt geaccepteerd, was het bij aanvang van mijn promotieonderzoek een abstract begrip dat nauwelijks berustte op empirisch bewijs”, vertelt Saskia. Het onderzoek had als doel het concept te verduidelijken. Dit werd gedaan door de klinische kenmerken van Epistemisch Vertrouwen en Wantrouwen te definiëren in een Delphi studie. Ook werd het meetbaar gemaakt door het ontwikkelen en valideren van een meetinstrument om zo enige empirische ondersteuning voor de theoretische aannames over Epistemisch Vertrouwen te verkrijgen.
Korte invulvragenlijst als resultaat
Dit heeft geresulteerd in de ontwikkeling van de Questionnaire Epistemic Trust (QET), een korte vragenlijst die patiënten zelf kunnen invullen om de mate van Epistemisch Vertrouwen te meten. Uit ons onderzoek met de QET blijkt dat Epistemisch Vertrouwen, gehechtheid en reflectief vermogen sterk met elkaar verbonden zijn. En ook sterk gerelateerd te zijn met negatieve ervaringen in de jeugd. Verder blijkt Epistemisch Vertrouwen verbonden met de ernst van psychopathologie en daarmee met behandelresultaten. Daardoor kan het klinische waarde hebben bij de gepersonaliseerde indicatiestelling voor behandeling. Dit geldt niet alleen voor behandeling in de GGZ, maar voor alle psychosociale interventies die afhankelijk zijn van vertrouwen in anderen, zoals bijvoorbeeld een diabetesbehandeling of voedingsadvies voor overgewicht. Toekomstig onderzoek moet dit verder uitwijzen.
Lees hier het proefschrift en volg de livestream:
https://vu.nl/nl/agenda/2024/promotie-s-r-y-knapen