Schematherapie
Bij schematherapie praat je over je jeugd. Je leert hoe je jeugd invloed op je heeft. Bijvoorbeeld op hoe je denkt, wat je doet of hoe je je voelt.
Misschien ben je als kind vaak buitengesloten. Of kreeg je veel kritiek van anderen. Je kan hierdoor onbewust negatief denken over jezelf of over je omgeving. Deze negatieve ideeën heten schema’s. Schema’s bepalen hoe je naar de wereld kijkt. En hoe je jezelf en anderen ziet. Als je volwassen bent, kun je last houden van die negatieve ideeën. Ze kunnen angst, stress, eenzaamheid of depressieve gevoelens veroorzaken.
Tijdens schematherapie onderzoek je hoe je deze ideeën hebt gekregen. En je kijkt welke invloed ze hebben op je leven. Je leert niet-helpende patronen in hoe je denkt herkennen. Als je ze herkent, kan je ervoor kiezen om anders te reageren. Zo ga je je leven anders leiden. Wat als kind niet lukte, lukt nu wel.
Op de pagina behandelingen persoonlijkheidsstoornissen vind je nog meer informatie.
Wat is het resultaat?
Door schematherapie verander je je gedrag. Je leert negatieve gedachten en patronen uit je jeugd herkennen. En je leert die om te zetten naar positieve gedachten.